01 september 1965
Een onverwachte rondleiding door de onvoltooide Grote Zaal
Ingeborg van 't Hoogerhuijs bezoekt hier al sinds de opening regelmatig concerten. Haar herinneringen gaan echter terug tot vóór de opening, want vijftig jaar geleden was ze als stedenbouwkundige voorlichtster betrokken bij de bouw van de Doelen.
"Persoonlijk was ik vijftig jaar geleden betrokken bij de bouw en de opening van de Doelen, omdat ik toen als 26-jarige stedenbouwkundige voorlichtster bij de Dienst Stadsontwikkeling werkzaam was bij de ontwikkelingen rondom de wederopbouw. Wij hadden op de afdeling Stedenbouwkundige Voorlichting een maquettezaal. Daar kwamen iedere veertien dagen de architecten bijeen die deel uitmaakten van SuCo (Supervisoren Commissie). Zij plaatsten nieuw ontworpen miniatuur gebouwtjes op de maquette en keken vervolgens één voor één door een soort periscoop om de nieuwe aanwinst in zijn omgeving te monsteren. Voor de beraadslagingen daalde men dan weer af naar de directiekamer. Het waren de gebroeders Kraaijvanger, Van den Broek & Bakema, Maaskant & Van Tijen, Fledderus, Groosman en vele anderen die daar bijeenkwamen onder leiding van de directeur Cees van Traa, later opgevolgd door de heer Fokkinga. Ik verleende hoogstens hand- en spandiensten, want ik was aangenomen om de in de wederopbouw, achitectuur en verkeer werkzame en geïnteresseerde gasten uit het buitenland te informeren en rond te leiden.
Ik herinner mij nog een dag dat ik een beroemde Engelse meneer, die een Sir was, moest begeleiden in de bijna voltooide Doelen. Rein Fledderus had kennelijk een afspraak gemaakt met deze Engelse binnenhuisarchitect, althans een expert. Fledderus was echter ziek geworden en de wat oudere Brit stond alleen in de Doelen. Ik werd plotseling opgeroepen om mij ijlings naar de Doelen te begeven om die heer te begeleiden. Ik zou wel horen en zien wat er van me verwacht werd. Ik ging er naar toe met de diensttaxi en ontmoette die chique heer, die met moeite kon verhullen dat hij not amused was.
Het bleek dat Rein Fledderus met hem én een deskundige van de firma Peutz over de geluidsregistratie over de opgestelde stoelen zou spreken. Er stonden een stuk of tien theaterstoelen opgesteld, naast elkaar en achter elkaar. Ik ben met 1,78m nogal lang voor een vrouw en men vond mij een ideale lengte hebben om die stoelen uit te proberen. Men keek naar mijn benen: waar ik die al zittend liet, of ik ze onder een stoel vóór me kon plaatsen, of ik mijn knieën niet in mijn maag kreeg, enz. Ik werd door die deskundige heren van hot naar her over een betonnen vloer door de latere Grote Zaal gesleept om verschillende poses uit te proberen. Dan weer moest ik rechtop zitten, dan weer onderuitgezakt. Steeds moest ik mijn oordeel geven of ik een afbeelding op het toekomstige podium nog wel goed kon zien, ook als de heren vóór mij gingen zitten. Het waren de stoelen die bijna veertig jaar lang voortreffelijk zitcomfort boden.
Namens de Gemeente Rotterdam mocht ik de beide heren na afloop van deze bijzondere dienstverlening meenemen naar het Restaurant van het Bouwcentrum, waar we met ons drieën de lunch gebruikten. Later hoorde ik van de heer Fledderus dat ik zijn verzuim goed had gecompenseerd en als dank kreeg ik een doos bonbons."
Ook een verhaal? Stuur het ons!