Begin 2018 stond Julius voor een bijna uitverkochte Grote Zaal in de Doelen. Hij maakte onderdeel uit van een groots concert met dito bezetting: het professionele koor Rotterdam Symphony Chorus, een kinderkoor, de slagwerkgroep van het Radio Filharmonisch Orkest en de beroemde pianobroers Lucas en Arthur Jussen.

Het Haags Kinderkoor en Musicanti van de Academy of Vocal Arts zong in totaal 4 liederen mee, waaronder het beroemde openingslied O Fortuna. “Dat stuk vond ik het leukste om te zingen. Het is echt heel erg hard. Je zingt het twee keer en het is ook het langste stuk dat je mag zingen. Maar het is wel moeilijk om het grote koor te overstemmen.”

Onder de indruk van instrumenten

Julius: “Ik vond het gaaf om mee te doen. Ik vond het knap dat een tenor zo hoog zong. De meeste mannen kunnen niet zo hoog en hard zingen. En ik zag instrumenten die ik nog nooit had gezien, zoals een paar metalen buizen waar iemand met een hamer tegenaan sloeg [buisklokken, red.]”

Een maand had Julius de tijd om de liederen uit zijn hoofd te leren. “Carmina Burana is best wel een apart stuk. De meeste stukken die ik hoorde waren meer opera-achtig, dit vond ik redelijk modern. Ik weet niet precies wat ik zing, maar het gaat over het leven en de liefde. Ik heb het nu drie keer beluisterd en telkens merk ik iets nieuws op, zoals welk instrument wat doet.”

Hard applaus

Julius trad al eerder op in Het Concertgebouw Amsterdam met de Matthäus-Passion. Met de Carmina Burana trad hij voor het eerst op in de Doelen. “Het is een mooie zaal en er zaten honderden mensen. Dat maakte wel indruk. Ik was best zenuwachtig, omdat je het goed wilt doen als zoveel mensen kijken. Het ging hartstikke goed voor mijn gevoel. En we kregen een hard applaus op het einde, dat was best wel gaaf.”

Zijn moeder, violist en begeleider van koren, zag het optreden vanuit de zaal. “Ik vond het een goed concert. Het koor stond echt centraal waardoor je veel meer gedwongen werd om naar de stemmen te luisteren. Ik vond de solo’s mooi, technisch uitdagend zo ver ik het kan inschatten. En de gebroeders Jussen brengen als twee jonge honden zoveel energie op het podium.”