10 januari 1971
's Nachts in de rij liggen voor concertkaarten
In de rij liggen voor kaartjes, dat kennen we in dit digitale tijdperk niet meer. Vroeger was dat wel anders en stonden er bij popconcerten regelmatig lange rijen mensen voor de kassa. Ook Hans Wansink lag hier vanaf 1971 regelmatig voor de deur.
Wil je bij Iron Butterfly op de eerste rij zitten met al je vrienden? Dan zul je in het holst van de nacht een plekje moeten vinden voor de kassa. "Het was destijds een nieuw verschijnsel. Wij hadden al snel door: als je er vroeg bij bent weet je zeker dat je goede plekken hebt."
Zodoende zat de zeventienjarige Hans Wansink samen met zijn vrienden onder de pui bij de Doelen. "We waren met een groep van twintig jongelui. Je hield elkaar warm en wakker blijven was geen moeite. We zaten op van die rotsteentjes, de klinkers in de vloer voelden ruw aan, maar dat maalde niet. En de paf vloog natuurlijk ook in de rondte. Vreemden dachten misschien dat wij een bandeloze bende waren met onze lange haren, maar we wilden gewoon de beste plekken." Zodra de kassa de volgende ochtend openging, hadden Hans en zijn vrienden de eerste keus.
Open mond
Hans Wansink maakte al vroeg kennis met de Doelen. In 1969 belandde hij samen met zijn moeder en broer op de zevende rij (zijn favoriete spot) bij een concert van Fleetwood Mac. Een concert dat hem nog altijd is bijgebleven. "Ik zat pal tegenover Mick Fleetwood en keek recht in zijn mond. Die stond natuurlijk wagenwijd open."
Het moet een van zijn eerste concerten zijn geweest. "Het was allemaal zo nieuw: de schoonheid van die nieuwe zaal, melodieuze muziek en dan die akoestiek, die was geweldig. Ik had nog nooit zo’n geluid gehoord. Als het optreden was afgelopen bleven we altijd nog even op het pluche zitten. Even nagenieten."
Ook een verhaal? Stuur het ons!